Mijn kruiden top zoveel

Kruiden
Ik dacht, ik doe eens iets over kruiden, kruiden om te eten, want van de geneeskrachtige eigenschappen ben ik niet op de hoogte, daar moet je voor bij Anne zijn.
Als ik nu eens gewoon begin met mijn allerfavorietst kruid en zo afzak en dan zien we wel waar we eindigen.

Voor ik van start ga nog even dit, ik heb geen enkel probleem met mijn kruiden, alles groeit en bloeit gelijk zot, ik heb van de lente tot de vries een overvloed aan kruiden in de tuin zonder dat ik daar eigenlijk iets speciaals voor doe. Het enige dat ik kan bedenken is dat mijn kruiden zo goed als allemaal in de volle grond staan, dat betekent dat ze altijd voldoende vocht en voedingsstoffen hebben. Kruiden in potten, dat is hier geen garantie op succes, maar ik doe het toch, want ik vind dat zo gezellig.

Kruiden in den bocht
Mijn kruiden staan zowat overal, in borders, tussen de groenten, in potten maar vooral in vier bakken van 1,20 m doorsnede. In die bakken staan ook wat bladgewassen zoals ruccola, kervel, selder en zuring. Er staan ook heel wat kruiden tussen die ik zelden gebruik en dus maar wat plaats staan in te nemen.
Ik heb er daarstraks over nagedacht en ik denk dat mijn top tien in één bak past, dus u heeft vanaf nu geen excuus meer, want wie heeft nu geen metertje plaats voor wat kruiden die uw maaltijden zoveel meer smaak gaan geven.
Desnoods maakt u maar een geveltuin met de buren.

Oké, daar gaan we!
N°1, mijn allerallerfavorietst kruid .... peterselie, niet de gekrulde variëteit, dat kriebelt in mijn keel. Platte peterselie, ik vind dat zo ongelofelijk lekker, ik plukte als kind al peterselie in de tuin van mijn grootouders om te knabbelen en dat doe ik nog altijd. En u zou dat ook moeten doen, want van peterselie krijg je een frisse adem zeggen ze.
Elk voorjaar koop ik een drietal plantjes waar ik er twee tussen de tomaten plant en een in de bak, die drie plantjes zorgen voor meer dan voldoende peterselie tot diep in de herfst. Dat is nodig, want ik gebruik dit kruid zo goed als dagelijks.
Peterselie wordt zo'n 30 cm hoog en moet niet in de volle zon staan. Per plant voorzie je 30x30 cm.

Op n°2 staat tijm, een absolute smaakmaker, ik ben dat het laatste jaar heel veel gaan gebruiken en het bosje heeft er nog nooit zo goed uit gezien. Tijm is een vaste plant, een keer een potje kopen in de supermarkt is voldoende voor jaren tijmplezier.
Ik gebruik tijm in zowat alles wat moet sudderen en vaak in combinatie met citroen.
Tijm groeit in verschillende vormen, sommigen blijven kleine struikjes (de echte) andere gaan alle richtingen uit (vb citroentijm).

N°3, een gedeelde derde plaats, bies- en daslook, het succeskruid voor de beginneling, bieslook groeit overal en gewoon uit een zaadje, als je geen geduld hebt koop je een potje in de supermarkt. Bieslook wordt (bij mijn weten) enkel gebruikt in koude bereidingen zoals sausjes, vinaigrettes, op sla, op een zwart boke met verse kaas en wordt net zoals peterselie vrijwel dagelijks gebruikt.
Oogst geregeld bieslook door sprietjes af te knippen, dan zal de plant steeds nieuw blad aanmaken.
Als je niet knipt komen er mooie roze bloemen bovenaan de stengels, deze bloempjes mag je ook eten en kan je dus perfect gebruiken als garnituur. De bloempjes hebben net zoals de stengels een fijne uiensmaak. Als je de plaats hebt zou ik her en der wat plantjes zetten zodat je steeds kan gebruik maken van blad en bloempjes.
Bieslook is een vaste plant, vroeg in het voorjaar zie je de eerste sprietjes al verschijnen, een plant heeft dezelfde plaats nodig als peterselie en mag zowel in de zon als in de schaduw staan.
In de bloempjes zitten zaadjes en die zorgen ervoor dat de plant zich makkelijk uitzaait.
Daslook dan, ik gebruik dat op dezelfde manier als bieslook, rauw gesnipperd over slaatjes en in sausjes, je kan zowel de bloemen, bladeren en bloemstengels gebruiken, van smaak zit het tussen knoflook en bieslook.
Daslook groeit het best in de schaduw en zaait zichzelf makkelijk uit.

Dit was mijn absolute top drie, deze drie makkelijke! planten zouden in geen enkele tuin mogen ontbreken, we gaan verder met net zo'n gemakkelijke planten.

N° 4, munt, een te gemakkelijke plant, voor je het weet heeft munt heel uw tuin ingepalmd. Plant munt in een grote pot in de grond zodat de wortels in toom gehouden worden. Dit is ook een vaste plant, ééns munt, altijd munt. Koop in de winkel een plantje in pot of koop een of meerdere specialere soorten zoals pepermunt of Marokkaanse munt in een tuinwinkel.
Munt past net zoals peterselie en bieslook bij geweldig veel gerechten om nog maar te zwijgen van de lekkere muntthee.

N° 5, basilicum, onmisbaar in de zomer, wat zouden tomaten zijn zonder basilicum? Dit kruid is een geweldig succes van begin juni tot eind september, ik zaai elk voorjaar een drietal soorten (gewone, citroen, paarse) en plant ze uit tussen de tomaten na de ijsheiligen op zo'n 20 cm van elkaar, de potjes die je in de winkel koopt stop je dus niet zo in de grond maar haal je volledig uit elkaar, elk steeltje wordt een hele nieuwe plant. Het is belangrijk om de bloemtoppen die in de planten verschijnen weg te halen zodat de plant beter vertakt.
Ik laat in pastasauzen altijd wat volledige takjes basilicum meekoken die ik er op het eind uithaal en vervang door wat vers gescheurd kruid.

N° 6, koriander, dit koop ik zo goed als wekelijks en heel het jaar door in potjes en elk potje wordt uitgeplant in de tuin, sommige verdorren en sterven meteen andere schieten uit en zorgen voor een tweede oogst. Als je niet alles afknipt komen de plantjes in zaad en zaaien ze zichzelf uit. De gedroogde zaadjes zijn ook perfect te gebruiken in de keuken. Koriander wordt vnl gebruikt in de Oosterse keuken.

Hier begint het wat af te zwakken, de volgende kruiden gebruik ik niet zo frequent als de vijf voorgaande, maar verdienen toch een plaatsje in de kruiden-top-zoveel.

Oregano, n° 7, wat een verschil maakt dit in tomatensauzen en op pizza's of samen met citroen in marinades, nog zo'n gemakkelijk doorlevend kruid. Mijn twee plantjes komen van een kruidenkwekerij en doen het al twee jaar geweldig.

Rozemarijn, n° 8, bij vanalles in den oven en wat ik altijd al willen doen heb is die harde stengels gebruiken als satéstokjes voor scampi's of zo'n dingen. Een wisselend succes in de kruidentuin, sommige struiken deden het super en werden elk jaar groter tot ze de winter niet meer doorkwamen en andere 'pakten' niet. Rozemarijn is overal verkrijgbaar dus drama's zijn dat nooit.

N° 9, laurier, dit vormt samen met peterseliestelen en tijm het 'kruidentuiltje', meestal worden de bladeren gedroogd voor gebruik, écht noodzakelijk is dit dus niet in de moestuin. Het laurierplantje dat ik heb is al jaren een kneusje (kleinste pot, tweede foto) omdat ik dit toch geregeld vers gebruik en het kneusje niet de tijd krijgt om te groeien.
Dit is de enigste plant (buiten eventueel rozemarijn) die in de winter naar binnen moet.

N° 10, dragon, het bearnaisekruid, dat ik overigens nog nooit gemaakt heb, ik gebruik het in kipgerechten, bij eieren en in dit heerlijke visgerecht. Vul een fles met dragonblaadjes en wijnazijn en je hebt zelf een hele lekkere azijn gemaakt voor in vinaigrettes met bv mosterd. Er zijn drie soorten dragon, Franse, Duitse en Russische, de laatste is minder uitgesproken van smaak dus koop een van de twee eerste soorten. Alledrie zijn ze doorlevend.

Salie, n°11, een van de grootste successen, weinig meer enthousiaste planten dan salie, zonde, want ik gebruik het haast nooit, af en toe in een bonengerecht. Verder wordt salie als thee gedronken bij keelpijn en in zware ovenschotels gebruikt.
In snoei salie elk jaar volledig terug om een bossige plant te behouden.

Dan gaan we afronden met nog wat eetbare kruiden die nog minder gefrequenteerd worden en waar ik haast niks over te vertellen heb.

12 dille, als smaakmaker bij vis tijdens het bakken, klassiek bij gerookte zalm en komkommer.
Mooie, makkelijke plant met geweldige bloemschermen. Zaait zichzelf uit.

13 venkel, moet uit de buurt van dille staan om kruisingen te voorkomen, er bestaat kruidvenkel en knolvenkel, van beide kan het groen en de zaadjes gebruikt worden in gerechten, werderom een makkelijke, zichzelf uitzaaiende plant.

14 lavas, die geur, dat hebt ge al jaren niet meer geroken! Lavas heeft een selderaroma en wordt ook wel maggiplant genoemd, maggi van de Maggi van vroeger voor in de soep. Lavas is een vaste plant en kan wel bijna 2 meter hoog worden, daar kan je soep van blijven op smaak brengen.

15 bonenkruid, bij bonen, echt wel!
Je hebt een eenjarige en een vaste soort, de eenjarige is krachtiger van smaak.

16 goudsbloem, de calendula van in de zalf, naar het schijnt 'de gemakkelijkst te telen eenjarige plant' en dat zal er niet ver naast zitten, eens gezaaid komt dit probleemloos jaarlijks terug in de tuin. Zowel de groene blaadjes als de oranje bloemblaadjes mogen in de sla.

17 mierikswortel, hier gebruik je enkel de wortel van, geraspt gemengd met wat room is dit een heerlijk sausje bij gerookte zalm. Dit is net zoals munt een vaste plant die wat ingetoomd moet worden, zet hem op een plekje apart of in een pot zodat de wortels binnen de perken gehouden worden.

18 bernagie, ik gebruik bernagie of komkommerkruid als groenbemester, de bloemetjes en bladeren mogen in salades, deze plant zaait zichzelf enorm uit, één keer zaaien is dus voldoende voor jaren komkommerkruidplezier.

19 citroenmelisse, dit gebruik ik wel eens als er sprake is van geraspte citroenschil maar er geen citroen voor handen is, ook in fruitsla en drankjes is dit goed te gebruiken. Deze vaste plant kan nogal eens enthousiast gaan doen en de buren verdringen.

20 Oost-Indische kers, zowel de bloemen als de bladeren mogen in de sla, de jonge zaden kunnen als kappertjes opgelegd worden. Deze eenjarige plant moet dan de tweedst makkelijkst te telen eenjarige zijn als goudsbloem de eerste is.
Beide planten wisselen elkaar hier af in de borders.

Het zijn er 20 geworden, ik vind dat voldoende.
En wat vindt u, wat is jouw favoriet kruid?