Week 24 en iets over oerprei

Lunch
Woensdag 11 juni, middag
Simpele dingen zijn vaak het lekkerst, een spiegelei van de kippen uit de tuin met een dikke snee brood en goei boter.

't Is goed in eigen tuin te kijken.
Donderdag 12 juni, ochtend
Simpele dingen zijn vaak het lekkerst, aardbeien, frambozen, kruisbessen en euh van die lange frambozen. Als dipsausje wat platte kaas, een ontbijt voor rijke mensen, of zij die een tuin hebben.

peulvruchtenstoofpotje Donderdag 12 juni, avond
Juni is de peulen-, erwten- en tuinbonenmaand, in het begin van de maand is er nog niet zo heel veel om te combineren dus rooide ik op goed geluk een aardappelplant.
Hier en daar had ik al succesvolle aardappeloogsten zien passeren op het internet, maar omdat mijn pootaardappelen nogal laat de grond in gingen had ik er niet al te veel vertrouwen in. Het viel mee, van twee planten had ik toch een aardappel of tien, juist genoeg om met vier van te eten.
Alsof de eerste aardappeloogst dient om u mottig te eten, neen, met mate moet dat!

Nog voor het eerst dit jaar oogste ik oerpreibolletjes, wat snijbiet, peulen en tuinbonen gingen ook mee de keuken in voor dit lichte ('s avonds laat had ik eigenlijk al terug honger) stoofpotje dat even goed een soepje zou kunnen genoemd worden.

Peulvruchtenstoofpotje
Nodig:
-(Oer)prei(bolletjes) in dunne ringetjes
-Snijbiet, de stengel en bladeren apart van elkaar in repen
-Tuinbonen (of erwten), gedopt
-Peulen (of boontjes)
-Aardappelen
-Bouillon
-Citroenzeste en gesnipperde munt naar smaak

-Kook de aardappelen en de tuinbonen, de tuinbonen zijn na een minuut of twee al gaar. Koel ze meteen af in koud water en haal het velletje dat rond de frisgroene boontjes zit er af.
-Stoof ondertussen de prei met de snijbietstengels en wat zout en peper tot alles zacht begint te worden, voeg dan wat bouillon toe tot alles een dikke centimeter onderstaat.
-Wanneer de bouillon pruttelt voeg je de peultjes of boontjes toe en niet veel later het groen van de snijbiet.
-Na een minuut of twee kieper je de aardappelen en tuinbonen bij het geheel en breng dan alles op smaak met peper, zout, de citroenzeste en munt.

Goeiemorgen
Vrijdag 13 juni, ochtend
In de fruitmand lag nog een zielige banaan met bruine vlekken, normaal ben ik niet zo'n fan om daar nog iets mee te doen, de voze zoete smaak steekt mij rap tegen. Maar opgepept met iets zurigs zoals frambozen lust ik het wel.

Banaan-havermoutpancakes met frambozen
-Maak een beslag met per banaan twee eieren en roer er twee eetlepels havermout door, laat even rusten terwijl je buiten de frambozen plukt.
-Bak drie pancakes tegelijk in een pan en leg er na het uitscheppen van het beslag meteen de frambozen op zodat ze mee opwarmen.
-Een deksel op de pan zorgt er voor dat de bovenkant sneller "droogt".

Bietjes! Vrijdag 13 juni, middag
Na het ontbijt dook ik de tuin in, tijdens het wieden dacht ik na over wat ik die avond zou maken met de bietjes die er op hun best uitzagen. Weet ge wat, ik eet er sevens al gewoon een paar in mijn eentje, dacht ik. In de koelkast zat nog een stuk feta van de Griekse sla van het weekend, dat past er geweldig bij, prima, dat kon ik in mijn eentje wel aan. Perfect, want uiteindelijk ... vrolijk wordt ge daar niet van, bieten en kinderen aan één tafel.


Bietjes na
Bietjes met feta (of geitenkaas)
-Was de bietjes en gebruik een borsteltje als je niet alle aarde weg krijgt.
-Leg de bietjes in een ovenschaal met een nipt bodempje water en bedek met aluminiumfolie. Na een dik uur op 200° zijn ze klaar.
-Snij de gare bietjes in kwarten en verwijder het vel, dat komt normaal vlot los.
-Werk de bietjes af met wat zout, wijn-, of ciderazijn en wat olie, hussel alles door elkaar en verdeel er de kaas (feta, geitenkaas) over.
-Eet met lekker brood en geniet van de rust.

's Avonds eten we voor de tweede dag op rij aardappelen met peultjes, nu als de Luikse salade die ik hier al eens neerschreef. Straks toch eens kijken of de courgettes geen groeischeut hebben gehad.

De oerpreiknolletjes zijn weer in het land!
Oerprei - Allium ampeloprasum - doorlevend
Uiterlijk lijkt oerprei op een kruising van prei en knoflook. Het bovengrondse gedeelte ziet eruit zoals elke andere prei, maar onder de grond vormt de plant bolletjes of teentjes zoals knoflook.
Oerprei plant je in de late zomer. Je koopt plantgoed en net zoals bij knoflook stop je de teentjes een vinger diep in de grond, 15 centimeter uit elkaar en 25 centimeter tussen de rijen. De bolletjes maken kort daarna al blad aan. In het voorjaar kun je al jonge preitjes beginnen te oogsten en de oogst hiervan gaat door tot juni, wanneer de planten beginnen te verdorren. Vanaf nu eet je de ondergrondse bolletjes.
De kleinste en grootste bolletjes gebruik je in de keuken, de bolletjes van zo’n 2 tot 3 centimeter gebruik je als plantgoed.
De bolletjes die niet gerooid worden, beginnen na een aantal weken opnieuw uit te groeien tot kleine preitjes die je tot het voorjaar erop kunt oogsten. Je kunt deze jonge preitjes ook gebruiken als plantgoed in plaats van de bolletjes uit te planten die je in het najaar geoogst hebt.
Uit: De Moestuin van Mme Zsazsa