Een paar dagen geleden wandelde ik voorbij deze zieltogende kool, een slakkenslachtoffer van het ergste soort, hier was zwaar gefeest, dames en heren!
Ik voel een kleine coléreaanval borrelen en de moordplannen sijpelen al binnen.
Een schaar! Een satéprikker! slakkenkorrels! Biervallen!
Maar dan schiet mijn innerlijke Dalai Lama wakker en spreekt me met zijn kalme stem toe: Seg, doe is normaal jom. Ik vind dat gij feitelijk weinig te klagen hebt over slakken, zunne!
En hij heeft een punt. Eigenlijk feitelijk kom ik maar weinig slakkenschade tegen, hier en daar nog een gat in de lupines, maar verder wordt alles netjes gerust gelaten.
Aan de eenden ligt het niet, want die hebben een maand gebroed (het vrouwtje toch, het mannetje zat al die tijd in de zon aan de poel) en zijn bijgevolg geen enkele keer op slakkenjacht geweest.
Waarschijnlijk komt het omdat er maar weinig slakken in mijn moestuin zitten, toevallig schreef Frank er vorige week een blogpost over: Mulchen helpt in de strijd tegen slakken.
Voila, ik mulch, dus we hebben gewoon weinig slakken.
En die slakken zitten dan allemaal samen ergens in de buurt van deze kool.
Opgelost.
Fast forward naar 's avonds.
In een poging de baby een deftig slaapritme aan te kweken rij ik om elf uur heen en weer over een hobbelig tuinpad. (Een mens doet rare dingen in de babytijd.)
Ik bedenk dat ik evengoed iets nuttigs kan doen en besluit op slakkenjacht te gaan, Tante Hilde vangt zo elke avond een volle emmer. Zegt ze.
Ik rij gewapend met handschoenen en emmer recht naar de zielige kool en nog voor ik ze zie weet ik het al: er wordt weer gefeest! Ik heb al een paar keer gelezen dat je slakken kan horen eten, wel daar is geen woord van gelogen.
Meer dan 20 slakken op één kool, dat hoor je!
Ik pluk slakken van de kool als ware het spruitjes, ook op de dikke mulchlaag en op wat vergeten onkruiden achter de kool zit het vol slakken, al snel zie je de bodem van de emmer niet meer.
Ik ben in mijn element, de dochter slaapt weer dus ik kan er volledig voor gaan.
Mijn aanwezigheid wekt de nieuwsgierigheid van de katten, ze staken hun nachtelijke activiteiten en draaien rond mijn benen.
Ineens hoor ik ijslijk gepiep, in het huisje waar de familie spitsmuis woont, op zo'n meter van waar ik gehurkt slakken zit te vangen is zonet een dode gevallen.
Toch geen spitsmuis! Die eten slakken.
Het drama.
Ik voel mij ineens superschuldig, wat ik zit ik hier nu buiten heel het ecosysteem van de moestuin in de war te brengen?
Het is bijna middernacht, ik zit in een rok waar de wind los door waait, op mijn sletsen met een bende katten rond mij slakken te plukken van zielige groenten en onkruid terwijl er voor de rest geen slakkenschade is.
Ik kap mijn emmerke om en ga weer naar binnen.
Over slakken en mijn barm hart
Labels: (Moes)tuin