Toen ik aan de moestuin begon wou ik ook een plaats om kruiden te planten, in de moestuin was daar geen plaats meer voor, dus moest ik iets anders verzinnen.
Omdat we honden in veelvoud hebben moest dat iets afgezonderd worden, het werden verhoogde kruidenbakken uit afgeschreven tuinpanelen. Eerst nog met een onderverdeling zodat ik per bak 9 vakjes had maar daar werd al snel van afgeweken. Overenthousiast zaaide ik dingen waar ik nog nooit van gehoord had en vervolgens nooit gebruikte. Maar de klassiekers deden het goed.
De volgende kruiden staan jaarlijks in de bakken:
-Basilicum, meerdere variëteiten: bij alles wat naar tomaat ruikt.
-Bieslook: in véél, roerei, vinaigrettes, salades, ...
-Bonekruid: gesnipperd in gerechten met bonen (allee!)
-Citroenmelisse: thee en als versiering in limonades en ijsthees.
-Dragon: vinaigrettes en op tomaten, wie weet ooit wel voor in een bearnaisesaus.
-Koriander: in Marokkaanse en Indische gerechten.
-Lavas: mmm voor de geur van vroeger en voor in de wortelsoep.
-Munt: thee, om te knabbelen, in Marokkaanse dingen en veel rest.
-Oregano: tomatentoestanden
-Peterselie, zowel de gekrulde als platte: Overal hé, ook om zo te knabbelen.
-Rozemarijn: bij vanalles in de oven samen met knoflook.
-Salie: in melk voor het slapen gaan, als thee voor de keel, bij geroosterd vlees en bij de vulling in kip.
-Tijm: bij keelpijn, in allerlei gerechten en sauzen.
Sommige kruiden zoals goudsbloem, bernagie, kamille, Oost-Indische kers en dille staan her en der en zaaide ik niet extra in de bakken. En anderen staan in aparte potten omdat ze 's winters mee naar binnen gaan.
Het voordeel van bakken is dat je de grondsoort kan aanpassen naargelang het soort plant erin staat.
Rozemarijn en salie houden van kalkrijke gronden, bieslook, basilicum en citroenmelisse hebben graag een voedselrijke grond. Oregano en tijm mogen zeker niet te nat staan en verlangen een goed vochtdoorlatende grond terwijl peterselie en citroenmelisse wel veel vocht willen enz.
Sommige kruiden zoals munt en citroenmelisse gaan erg woekeren dus plante ik die in een soort van afgemaakt hoekje in de bak.
En daar ging iets fout.
Na drie jaar had ik één bak met alleen munt, nu is munt wel lekker en kan je dat best veel gebruiken, maar trop is trop dus schakelde ik de kartontruuk in.
Ik trok zoveel mogelijk munt uit, samen met de wortels, dekte de grond af met véél kranten en daarop kwam een dikke laag potgrond, zeker 15 cm. En daarboven bladeren en compost. De kranten en de grond houden het licht tegen en het onkruid er onder verstikt. De wortels beginnen te rotten en de wormen en andere beestjes doen de rest.
Althans dat is de theorie en vaak blijkt deze te werken zeker wanneer er een dikke laag karton (kranten) en een nog dikkere laag grond met mulch gebruikt wordt. Maar met munt vrees ik ervoor dat ik geen simpele tegenstander heb.
Na anderhalve maand zie ik nog steeds geen scheutjes dus ik heb er een goed oog in.
Scheuten die er toch zouden doorkomen zijn meestal makkelijk te verwijderen en betekenen alleen de laatste snik van het (on)kruid in kwestie.
De tuin in april, over kruid en onkruid.
Labels: (Moes)tuin