Wij, de biologische tuinier

zaad

Vorig weekend zat ik net gelijk vorig jaar in het Vlaams parlement.
(Ik begin daar uiteraard mee om indruk te maken.)

Deze keer stond ik niet zelf achter de microfoon (nog een poging) maar luisterde naar blonde en andere boeren.
Vorig jaar organiseerde Velt een dag over transitie, dit jaar ging het over 'Diversiteit in zaden"
Wreed interessant, zeker in tijden van moestuingeplan.
Want Dames en Heren, zaad, dat is nog niet zo simpel!
Om niet te zeggen: Het is erg gesteld met uw zaad!

schiet in zaadschiet in zaad

Ik moet u niet vertellen dat Velt liefst heeft dat u tuiniert met biologisch zaad.
Maar waarom?
Waarom zou biologisch zaad beter zijn dan gewoon zaad en wat is in godsnaam dat
F1-hybridezaad ineens?
Wel ik kan daar ondertussen het een en ander over vertellen.
Een mens moet zich toch ietwat informeren alvorens 800 vierkante meter aarde om te ploegen tot een moestuin.

Wat is het verschil tussen biologisch en niet-biologisch zaad?
Allereerst is er de manier waarop de zaden geoogst worden.
Op de reguliere zadenbedrijven wordt er uiteraard geoogst met machines, daarvoor is het belangrijk dat er geen onkruiden tussen de planten staan. Hun zaden zouden anders mee in de zakjes verdwijnen. Daarom worden de onkruiden een aantal dagen voor de oogst doodgespoten met herbiciden. Het is nl. niet zo uitzonderlijk dat zaden en bijhorende bestrijdingsmiddelen samen verkocht worden, een van de marktleiders in zadenverkoop is tevens de verdeler van het allerschattigste Round-up.
Vervolgens krijgen de planten groeiregulatoren toegediend die er voor zorgen dat alle planten tegelijk rijp zijn zodat er maar een keer geoogst moet worden. Voor er geoogst wordt komen er nog ontbladeringsmiddelen aan te pas, van kale planten is het nl. makkelijker zaden oogsten. Tenslotte worden de zaden omhuld met een laag fungiciden, om ze te beschermen tegen schimmelziektes.

In de biologische teelt worden zaden manueel geoogst, het onkruid wordt met de hand verwijderd en er wordt twee- tot driemaal geoogst. De zaden worden niet behandeld met schoonmaak-, schimmelwerende of kiemremmende middelen.

De zaden die verkocht worden in de kleinhandel zijn dezelfde zaden die gekocht worden door tuinbouwbedrijven. Zaden van rassen die zijn toegespitst op de markt.
Zo moeten ze een een grote oogst opleveren, een gelijkmatige grootte hebben en gelijktijdig rijp zijn om makkelijk te kunnen oogsten. De groenten moeten vervolgens makkelijk vervoerd kunnen worden en lang houdbaar zijn. Uiteraard is smaak belangrijk, maar er zijn veel andere dingen die minstens even belangrijk zijn.
Dit alles is zowat het compleet tegenovergestelde van onze eisen.
De biologische tuinier weet al langer dan vandaag dat size doesn't matter dus plukken we onze courgettes wanneer ze nog klein zijn. Die courgette wordt meestal nog dezelfde dag klaargemaakt waardoor het onbelangrijk is dat ze goed vervoerd kan worden of lang goed blijft in de koelkast.
In de gewenste omstandigheden zijn de resultaten op de velden vaak spectaculair, maar als één kool toch ten prooi valt aan een ziekte of plaag, dan doen de andere kolen dat ook allemaal. Eens de schimmels zich specialiseren vinden ze in de massa’s identieke planten een gemakkelijke prooi.
Daarom zaaien biologische tuiniers verschillende rassen van dezelfde groente. Het ene blad sla is het andere niet en dat weten ook slakken die een voorkeur hebben voor de groene zachte blaadjes. Het is ook minder erg wanneer één soort sla door droogte in het zaad schiet. De ene variëteit slaat ook makkelijk aan dan de andere, risicospreiding heet dat.
Verschillende rassen van dezelfde groenten zijn niet alleen mooier, maar je verlengt zo ook de oogstperiode. Wanneer je bv hoge en lage boontjes zaait verleng je de oogstperiode met zes weken.
Diversiteit brengt rijkdom in de moestuin en op je bord.

In de biologische teelt worden streekeigen rassen verkocht, rassen die zich jaar na jaar verbeteren en aanpassen aan de veranderende omstandigheden door zaden te winnen van de beste, sterkste exemplaren. Door regelmatige kruisingen is er een brede genetische basis en zijn de groenten minder vatbaar voor massale schimmelaantasting of andere plagen.

Het is ook mogelijk om van de sterkste, lekkerste en mooiste planten zelf zaden te winnen en zo krijg je nakomelingen die zich steeds beter voelen omdat ze beter aangepast zijn aan de omstandigheden in jouw tuin. Je kan zelfs gaan selecteren op bepaalde eigenschappen en zo na een tijdje tot een eigen variant komen.
In de reguliere teelt is er geen aanpassing meer aan de streek want het ras moet zo wijd mogelijk verkocht worden, de omgeving wordt aangepast aan het gewas ipv andersom.

Dit alles leidt tot een enorm verlies aan genetisch materiaal dat zo belangrijk is voor de diversiteit in onze tuinen. Gaandeweg gaat je voedselsysteem op een smallere basis steunen, met minder gewassendiversiteit, maar ook minder teeltwijzen en meer afhankelijkheid van enkele grote bedrijven die steeds meer overschakelen op hybride rassen. De zo gehete F1-hybriden. Deze planten zijn niet zaadvast waardoor boeren verplicht zijn om elk jaar opnieuw zaden aan te kopen.

Hybriderassen zijn ontstaan zijn door het kruisen van een moeder- en vaderplant van twee verschillende rassen van een groente. De ouderplanten geven een gewenste eigenschap door aan alle nakomelingen van de eerste generatie, er is geen sprake meer van diversiteit maar van uniformiteit. Belangrijk voor de boer die maar een keer wil oogsten, maar niet voor ons. Hybridezaad is niet steriel maar nakomelingen van de zaden die we zouden oogsten geven nooit hetzelfde resultaat (=niet zaadvast), soms neigen de eigenschappen naar die van de vaderplant en soms naar de moederplant. Na een aantal jaar spreken we wel weer terug van een zaadvast ras.
Hybriderassen en zaadvaste rassen kunnen (en dat had u vast niet verwacht) wel naast elkaar blijven bestaan, maar er moet zeker verder gewerkt worden met de biologische, zaadvaste rassen, anders nemen de hybriden op den duur een grote voorsprong en dat is ongelofelijk zonde van de grote diversiteit aan groenten die er ooit was.
Gelukkig zijn er veel bedrijven die nog steeds biologisch zaad telen van van biologische ouders die geteeld worden in organisch bemeste aarde en kunnen we dat zelfvoorzienend worden qua zaden nog even zo laten.

Voor uw gemak stelde ik zelf een lijstje op:
(Aanpassingen zijn welkom)

Akelei, een biologisch bedrijf uit het Mechelse
De Bolster, die nog een stapje verder gaan en biodynamisch zaad verkopen.
Les Semailles, die het voorlopig alleen nog in het Frans doen.
Velt, die er een speciale site aan wijden.
Biosano, teelt zelf niet maar verkoopt zaad- en plantgoed van biologische zaadhuizen.
De Nieuwe tuin, klein bedrijf dat veel verschillende rassen aanbiedt.



DS
Dorien heeft er een tijd geleden een artikel over geschreven in De Standaard, door op de link te klikken krijg je het in een groter formaat.


Wel, dat werd langer dan verwacht.
Ik weet trouwens wel wat u heel die tijd zat te denken: "Komaan, Zsazsa, vertel nu hoe ze die zakskes maken bij Velt!"

zaad
Zo dus, zo simpel is dat!

Meer over hybridezaad: Biozaden.be