Man, als dit geen idyllisch plaatje is.
Een vuurtje, een goed boek en een opvouwbare zetel.
How, dat klinkt als kamperen?!
Inderdaad, want hier is de tent!
Geoefende kampeerders zullen al gezien hebben dat er een stuk tent mankeert, dat is allemaal heel normaal om twee redenen.
1. Dit was de eerste keer dat de familie Zsazsa uit kamperen ging.
2. Door allerlei omstandigheden maar vooral een fout ingegeven adres werd de tent opgezet met enkel het schijnsel van een zaklamp en de koplampen van de auto.
Want het was ... donker, gelijk in donker en koud en onervaren.
Het mag dus een mirakel heten dat de titel van dit stuk niet is:
Scheiden met Mme Zsazsa.
Dat is volledig te danken aan onze buren die tien seconden nadat Mr. Zsazsa siste: 'We gaan NU alles laten liggen en een hotel zoeken!' vroegen of ze misschien moesten helpen.
Ik zei: 'Bwa, weet ge, awel ja misschien efkes.'
Ondertussen had Abel al een keer of zes op de claxon geduwd -per ongeluk- en had Jef al vijftien keer gekwekt dat het niet plezant was en dat hij wou gaan slapen.
Mr. Zsazsa zei ook nog: 'We hebben ons hier al ferm belachelijk gemaakt.' en
'Ze gaan ons hier niet kunnen uitstaan.'
Ha, zo schattig.
Maar goed, de tent, die geraakte dus recht en de verrassing was groot dat het niet de iglotent was die ik dacht geleend te hebben maar een soort van overdekt bungalowcomplex mét centrale binnenplaats.
U ziet hier bijna de helft van het geheel.
Inderdaad, ietwat overdreven voor een tweedaagse met vier man.
's Anderendaags ontdekten we waar we terecht waren gekomen. Vanop de begane grond én vanuit de lucht, ttz. vanuit de ruïne op de heuvel aanpalend aan de camping.
Onze tent stond ergens op dat plekske gras naast de rivier daar.
En als je daar op die ruïne een beetje achteruitgaat zie je dit.
En aan de andere kant van de muur zie je dit.
En op die gele vlag staat precies een zwarte haan.
Dat moet wel de Ardennen zijn!
Juist!
Waar anders wordt er geasfalteerd rond bomen en liggen er electriciteitskabels op de grond?
Aaah, we *hartje* de Ardennen.
Alleen spijtig dat het er 's nachts zo koud is dat je de dag nadien met een kindertrui rond je nek moet rondlopen van de spierpijn.
'Wij liggen keidicht tegen elkaar', zei Jef 's nachts. 'Dan hebben we het een wel warm.'
Schattig, maar ook wel wat zielig.