Deze foto's zijn van een week geleden, in het midden van de droogte, morgen zou het naar het schijnt gaan regenen. Je moet boerin zijn om content te zijn met regen zeker? Ondanks de grote droogte heb ik toch amper water gebruikt in de tuin, alleen de sla en de broccoli die uitgeplant werden kregen op voorhand en nadien veel water. Het geultje waar zaadjes in gestrooid werden werd ook begoten voor het zaaien, maar voor de rest heeft er niets water gekregen. Door het voortdurende mulchen houdt de grond goed vocht vast, twee cm onder de droge bovenlaag is de grond vochtig genoeg om de planten te doen groeien.
Waterschaarste zorgt ervoor dat de wortels van planten dieper moeten gaan zoeken naar water en dat zorgt dan weer voor sterkere planten. Let wel, watertekort is niet goed, watertekort kan planten een groeistilstand bezorgen en kan bv bij bloemkolen leiden tot een te klein kooltje.
De peultjes, in een cirkeltje gezaaid met in het midden maïs. Doordat maïs als enige thuishoort in de grassenfamilie mag je deze plant overal zaaien, hij mag zelfs twee jaar achter elkaar op hetzelfde perk staan. Normaal gezien zaai je maïs op het perk van de vruchtgewassen omdat maïs veel kompost vraagt en peulvruchten niet bemest worden. Maar in de combinatieteelt worden peultjes meestal bij maïs gezaaid omdat deze een positieve invloed op elkaar hebben, de peultjes gebruiken de lange, stevige stengel van de maïs als steun en de maïs profiteert van de extra stikstof die de peulvruchten in de grond brengen.
De wedstrijd kan beginnen want ik heb ook op het perk van de vruchtgewassen maïs gezaaid, en als deze maïs zwaar verliest dan hebben de peultjes er toch hun voordeel van gehad.
Voor wie meer wil weten over combinatieteelt vindt zeker iets op Google, deze site bv geeft al veel informatie. Ik realiseer me nu dat ik nooit openlijk over mijn liefde voor de vruchtwisseling heb gesproken, later meer.
Vorige week heb ik ook de sla uitgeplant, deze twee rijtjes is het enige dat ons nog rest van vier rijen sla: ijsberg, batavia, krop- en snijsla. De twee eerste waren zeer succesvol, maar de kropsla liet het zelfs helemaal afweten.
Deze "overschot" wordt geoogst als snijsla en tegen dat de "snijsla" op is, zijn de uitgeplante kroppen klaar om geoogst te worden.
Ik streef er naar om van eind april tot aan de eerste vorst drie soorten sla, oogstklaar in de tuin te hebben. Door regelmatig te zaaien zou dit moeten lukken. Na het uitplanten heb ik dus meteen weer sla gezaaid.
O, de raketsla is ook oogstklaar, wat een geur, fantastisch!
Edit: De vruchtwisseling
De moestuin in mei, over vocht en vruchtwisseling.
Labels: (Moes)tuin