Ik knabbel al eens graag op iets terwijl ik door mijn moestuin wandel. Niet zelden is dat venkel. Niet alleen omdat er zowat heel het jaar rond venkel in de tuin staat, maar vooral omdat ik een venkelfan ben. Ik ben niet de enige, iedereen hier lust wel venkel op de een of andere manier. Venkelthee, rauwe venkel, gestoofde venkel, geroosterde venkel, venkelzaadjes om op te kauwen, er zijn altijd wel meerdere liefhebbers.
Misschien is het nog altijd een gevolg van de liters venkelthee die ik dronk tijdens mijn zwangerschappen en aansluitend borstvoedingsperiodes, of is het gewoon omdat iets zoets er meestal wel ingaat, wie zal het zeggen?
Maar goed, ik stak dus vanmiddag een stuk venkelblad in mijn mond en ik wist dat ik dat op de een of andere manier op tafel moest krijgen, zo lekker zacht en zoet en zo smakelijk.
Toevallig lag er ook nog een venkelknol in de koelkast, venkel met venkel, daar moest iets mee aan te vangen zijn.
Het was trouwens geen liefde op het eerste zicht tussen mij en venkel. We gaan terug naar de jaren 90, een taverne in de Kempen, de kerstmenu. "Allee, een kwart ajuin, wie serveert dat nu?" "Dat is venkel, onnozel" krijg ik als antwoord. In my defence, ik vond het wel een speciale ajuin, maar toch niet zo speciaal dat ik zweeg. Een berg overgare spruiten, een halve stronk verbrand witloof en een kwart glazige ajuin, past toch perfect samen?
Goed, die venkel van de jaren 90 past niet in het gerecht dat ik in gedachten heb, ik wil gekarameliseerde venkel met een klein beetje knoflook en wat citroenzeste en dan een berg vers gehakt venkelblad er door. En omdat een mens niet elke dag pasta kan eten maak ik een simpele risotto voor erbij. Het was heerlijk en het was allemaal op.
Voor 4
-2 venkelknollen
-2 sjalotjes, gesnipperd
-400 gram risottorijst van een goed merk
-2 liter groente- of kippenbouillon
-parmezaan
-een takje of zes venkelgroen,
heb je dit niet gebruik dan dille of wat dragon en zeker het groen dat met wat chanse nog aan de knol zit.
-een klein teentje knoflook
-olijfolie
-boter
-zout en peper
-chilivlokken
-1 biologische citroen
-Snij de venkelknol in twee of vier, spoel onder de kraan en snij de kwarten dan in kleine partjes.
-Verwarm de oven voor op 175°.
-Bak de partjes in wat olijfolie tot ze beginnen te kleuren, dit duurt zo'n 10 minuten. Kruid ze met peper, zout en chilivlokken.
-Leg de venkelpartjes in een ovenschaal en roer de aanbaksels in de pan los met een flinke geut bouillon (of wat vermout!), doe het vocht bij in de ovenschaal en zet de schaal in de oven.
-Zet de pan terug op het vuur met een klontje boter en wat olijfolie, stoof hierin de sjalot (en misschien wat venkelzaadjes, dat ik daar nu pas aan denk!).
-Wanneer de sjalotjes glazig zijn doe je de rijst bij in de pan, roer tot alle korreltjes glanzen van de boter.
-Giet zoveel bouillon bij de rijst tot alles onderstaat, laat de rijst rustig koken tot het vocht is opgenomen, voeg dan weer vocht toe, enz. Roer af en toe, maar niet maniakaal.
-Controleer na een kwartier of de venkel gaar is, zet dan de oven uit en laat de venkel in de oven tot de rest klaar is.
-Wanneer de rijst zo goed als gaar is roer je een flinke klont boter en een hoopje geraspte parmezaan door de risotto. Zet het vuur uit en leg een deksel op de pan.
-Snipper het venkelgroen met het kleine (of halve) teentje knoflook en de zeste van de citroen. Haal de venkel uit de oven en roer het grootste deel van de kruiden door de venkel. Proef of je zout of peper moet toevoegen.
-Haal het deksel van de pan risotto, roer alles nog een laatste keer door elkaar, leg er dan de venkelparten op en werk af met de resterende kruiden en wat partjes citroen.
Knolvenkel is nogal een delicate groente in de tuin, te koud opgekweekt schiet het door voor er sprake is van een deftige knol, is het te warm of te droog van hetzelfde laken een broek. En wanneer het gaat vriezen moeten alle knollen geoogst worden.
Best een lastige klant.
Veel gemakkelijker om te telen is de doorlevende venkel. Deze vormt geen knol maar enkel lange (+2 m) stengels die je kan pellen en dan zo opknabbelen of stoven. Het hele jaar door komt er nieuw blad bij, ze verschijnen als zachte maar knapperige scheutjes in de oksels. De plant zaait zichzelf uit, dus ééns doorlevende venkel, altijd doorlevende venkel.
Oogst de zaden in september, hou een deel bij om te gebruiken in de keuken (thee, bij geroosterde groenten, gestoofde uien of in currygerechten) en deel de rest uit!
Op de foto staan nog twee andere doorlevende groenten, bovenaan zie je een toefje winterpostelein (is eenjarig maar zaait zichzelf uit) en de blaadjes onderaan zijn die van daslook.
Risotto met venkel²
Labels: Koken, koken uit de tuin