Drie maand geleden stuurde ik tussen de soep en de patatten een sms naar mijn moeder."Vind jij mijn lief goed genoeg voor mij? (Ik heb een crisis)"
Ze antwoordde: "Ik vind uw lief heel goed voor u!"
Wat later aangevuld met "En nog iets, neem dat van mij aan. De ideale man, dat is iets voor in een romantische film en dat bestaat niet in het echte leven. Juist gelijk de ideale vrouw ook niet bestaat. Voila, ik heb gesproken."
Nu wil het toeval dat ik mijzelf wel als een soort van ideale vrouw zie. Zeker niet voor het overgrote deel van de bevolking, maar ik wil wel graag de ideale vrouw zijn voor de man aan mijn zijde. (Zonder dat ik daar extra moeite voor moet doen.)
Dus ... ik vind dan eigenlijk dat ik ook recht heb op mijn ideale man.
Niks mis met compromissen, maar niet meteen vanaf het begin van een relatie, been there, done that en geraakt er maar eens vanaf.
Ik maakte voor de gelegenheid in mijn hoofd een lijstje, wie is mijn ideale man?
- Mijn ideale man is bovenal grappig.
- Mijn ideale man ziet graag dieren.
- Mijn ideale man moet gepassioneerd zijn in hetgene hij doet.
- Mijn ideale man moet graag vertellen, maar zichzelf niet per se graag bezig horen.
- Mijn ideale man moet mij iets kunnen bijbrengen, en dan liever over de natuur dan over economie ofzo.
(Tot hier wees alles in de richting van Hans van Dyck, maar daarvan vond ik niet meteen terug of die nog vrijgezel was.)
Uit respect voor de mijn ideale man moet ik nu wel stoppen met opsommen denk ik.
Maar voor de rest moet mijn ideale man dus een beetje gelijk ik zijn, gemakkelijk in den omgang, joviaal en bovenal niet verwaand.
Een lief had ik dan ondertussen wel niet meer, maar ik had toch al een lijst waaraan De Ware moest voldoen.
Er zijn al mensen een pak minder voorbereid aan een relatie begonnen, niewaar?
Flash forward naar het moment dat ik dan toch De ware tegenkwam en het geeneens meteen doorhad.
Het ging ongeveer gelijk dit.
Maandag 1 mei ben ik kinderloos tot een uur of 7. Ik besluit rond de middag om nog eens te gaan wandelen in een natuurgebied hier in de buurt. Mooie bossen, prettige weggetjes. Ik liep er vorige keer wel verloren, maar hey, beetje spanning is altijd goed.
Ik weet dat ik mij waarschijnlijk weer te pletter ga ergeren maar ik neem Nelson toch maar mee (iemand moet dienen hond dringend eens wat manieren leren).
Met mijn botten aan wandel ik aan een gezapig tempo door de Hamse Bossen, er is niet veel volk dus ik riskeer het om Nelson los te laten, komt allemaal goed. (Hoewel het inderdaad niet mag. Ik zal het niet meer doen.)
Zoals dat gaat komt hoogmoed voor de val en de volgende keer dat hij volledig uit het zicht is blijft hij weg. Meestal komt het allemaal wel goed dus ik mopper mij een weg door de bossen met er af en toe een NèèèèLSON tussen geschetterd.
Maar dan ... dan sla ik een hoek om en zie ik hem zitten, vastgemaakt aan iemands anders hond en naar mij kijkend alsof er toch helemaal geen probleem is. Ik heb nog zo'n 100 meter om na te denken over een plan, hoe moet ik dit goedpraten? Is het zo iemand die er niet tegen kan dat Andere Mensen hun honden laten loslopen? Zo'n Verantwoord iemand? Gaat hij mij een preek geven? Ik begin al maar met mijn beminnelijkste lach boven te halen en dan .... dan zie ik dat zijn hond van hetzelfde (onbekende) ras is gelijk mijn vaders hond, maar echt gelijk in twee druppels water. Dus ik negeer compleet het feit dat mijn hond vasthangt aan zijn hond en begin een monoloog over hondenrassen en dat het toch wel heel straf is dat mijn vader ook zo'n hond heeft en dat ze dan nog zo op elkaar trekken en dat we dan ook nog eens beide een jachthond hebben en dat zijn hond precies wel luistert, maar ja, van een Epagneul zeggen ze ook wel dat die speelser zijn dan andere rassen, maar het is toch wel nen braven hé en al een chanse seg dat de Nelson gecastreerd is en al. Ik heb ondertussen wel in de mot dat ik geen preek ga krijgen en voor ik het goed en wel besef ben ik mee in zijn richting aan het wandelen. Het is te zeggen, wij wandelen, ik praat en hij luistert.
En op den duur had ik alles verteld, van mijn kloterige scheiding over yogalessen en mediteren tot hoe mijn drie bevallingen verlopen zijn. (Compleet met ontsluitingcijfers en al.) En toen waren we twee uur verder en weer bij de start van de wandeling en ik had zo'n dorst dat ik ook maar meteen vroeg of hij niet mee iets ging drinken. Meteen flitste de volgende gedachte door mijn hoofd: Shit man, nu is die nog niet van mij vanaf en nu gaat hij geen neen durven zeggen en zich keigeambeteerd voelen. En subiet heb ik niks meer om te vertellen.
Hij zei dus ja en niet veel later hebben we telefoonnummers uitgewisseld en nog niet veel later zaten er twee honden in zijn koffer en reden we richting Ardennen.
En toen begon hij te praten en bleek hij keigrappig, joviaal, megagepasioneerd, bangelijk goed te kunnen vertellen en écht zo veel te weten over vanalles en nog wat (dieren! bomen! sporen!).
Heb ik gewoon mijn eigen Hans van Dyck binnen gedaan in de Hamse Bossen, seg!
Amai ... (ik zou nu graag van die emoticons met hartjes gebruiken maar dat is tegen mijn blogprincipes.)
Zwijmel en al.
Om dus maar effe te zeggen dat niemand zich zomaar moet neerleggen bij de eerste de beste en dat compromissen moeten bestaan, maar enkel als een joker en vooral dat er ergens een Ware op u staat te wachten. (Maar ik zou hem nu wel ergens anders gaan zoeken dan in de Hamse bossen, daar lijkt het mij nu eerder leeggeroofd.)
Over honden, ideale lieven en compromissen
Labels: aahh l'amour, Daten met Mme Zsazsa